Oost-West – Thuis Best: verdeeldheid of solidariteit?
de fictieve gemeentes ‘Oost’ Utrecht en ‘West’ Utrecht
Best gemeentebestuur, beste buren van Rijnenburg en Reijerscop,
De kerngroep van de BVRR heeft de afgelopen maanden hard gewerkt om de discussie over Rijnenburg via o.a. de stemwijzers en het inspreken tijdens verkiezingsdebatten voor het voetlicht te krijgen. De uitslag verdient een nadere analyse: wat betekent dat voor de achterban van ons?
Kanaalscheiding
Welnu: er is een heldere boodschap van de kiezer aan de gemeente Utrecht door de wijken Vleuten-De Meern (de wijk inclusief Rijnenburg) en Leidsche Rijn afgegeven: in overgrote meerderheid is hier, ten westen van het kanaal, gestemd op partijen die onze stelling ‘voorkom hinder van windmolens in Rijnenburg – participeer in wind op zee’ steunen. Dit geldt overigens ook voor de gemeente Nieuwegein. En, ook niet zo verwonderlijk, de partijen die het daarmee in belangrijke mate oneens waren, scoren juist goed in wijken van Utrecht ’ten oosten van het kanaal’.
Geen draagvlak
De tweedeling zal versterkt worden als in juni (te snel) over eventuele molens besloten wordt tegen de wens van de directe omwonenden. Het feit dat in de oude stad 3/4 van de inwoners wonen op veilige afstand van Rijnenburg, geeft die 25% directe omwonenden namelijk het recht hetzelfde te eisen van de gemeente: houdt grote molens óók op afstand van onze bewoning en voorkom hinder en overlast.
Als de gemeente Utrecht (dus het nieuwe college B&W en de nieuwe raad) de uitslag per wijk m.a.w. respecteert, dan passen politiek én economisch gezien géén grootschalige windmolens in Rijnenburg. Er is immers geen draagvlak, én er zijn betere alternatieven met minder bezwaren, zoals zonne-energie en wind op zee.
Gaat men hier niet serieus op in, dan meet het nieuwe college van begin af aan met twee maten: Oost versus West. En krijgen we weer van die ’tippelzone toestanden’. Voor nu vertrouwen we erop, dat Utrecht streeft naar een duurzame stad met gelijke zorg voor de gezondheid en veiligheid van alle inwoners.
Wij kijken dan ook uit naar de nieuwe coalitieafspraken en hoe die passen bij onze doelen!
Namens de Buren,
Henk Diemer, Jos Eras, Pieter van Veenen, Cees Modder e.v.a.
Uitslagen[1] van de fictieve gemeentes ‘Oost Utrecht’ en gemeente ‘West Utrecht’.
En dit was de situatie na de Gemeenteraadsverkiezingen van 2014:
[1] Uitslagcijfers en afbeelding komen uit het eindrapport met tellingen van de gemeenteverkiezing 2018 Utrecht
Op grond van de kieswet en de aantallen inwoners Utrecht West (wijk 9 en 10) en Oost prognose 2018 zou de fictieve gemeente West met 84853 inwoners, een gemeenteraad hebben met 37 zetels, en de gemeente Oost met 262721 inwoners in 2018, een raad met 45 zetels. Dit levert een heel ander beeld dan alle wijken op één hoop gooien, gelet op de keuze van de partijen vóór onze stelling.
De conclusie is evident: een draagvlak voor wind op land is er alleen als die molens maar ver genoeg uit de buurt blijven. Helaas is de conclusie ook dat er een tweedeling bestaat over de aanpak van duurzaamheid en de reductie van C02 met windmolens in Utrecht West.
Dit kan ook weergegeven worden via zetelverdeling in de fictieve raden van ‘Oost’ en ‘West’; de kleuren komen overeen de keuze van de partij voor onze stelling Eens, Meer oneens, Afwachten ambtelijk proces:
Er is bij de zetelverdeling gebruik gemaakt van een subtiel verschil tussen het aantal stemgerechtigde Utrechters in 2018 en het totale aantal inwoners. Dat verschilt namelijk behoorlijk per wijk wanneer er veel gezinnen met thuiswonende kinderen in Utrecht (komen) wonen. Dat gegeven is ook een gewichtsfactor: van ouders wordt in onze maatschappij namelijk verwacht dat ze ook voor de toekomst van hun kinderen nadenken bij het stemmen! Voor Utrecht West blijkt dat een factor 1,43 en voor Oost 1,25. Dit levert de volgende tabel op:
Op deze manier komen we tot een meer aannemelijke zetelverdeling voor de fictieve gemeentes Oost en West voor alle partijen die duidelijk stelling hebben genomen in de periode vóór de verkiezingen over het plaatsen van molens in Rijnenburg.